Deze recensie verscheen eerder in online cultuurmagazine 8WEEKLY.
Aan de rand van het Vondelpark zit Serena Libri – een kleine uitgeverij die een paar keer per jaar Italiaanse literatuur in vertaling uitbrengt. Eind 2014 verscheen er Wolk, het door Patty Krone en Yond Boeke vertaalde Vapore van Marco Lodoli. De uitgave en vertaling zijn even prachtig als het verhaal.
Maria Salviati is oud geworden. De percelen van haar geest komen langzaam een voor een leeg te staan en braak te liggen. Eén verhaal blijft haar geheugen echter bewonen: dat van het ontstaan van haar gezin, en hoe het verdween in het niets. Als de jonge makelaar Gabriele haar op komt zoeken om het huis waarin ze vroeger woonde misschien te verkopen, vertelt ze dit verhaal naast hem gezeten op het bankje voor haar oude huis.
Lodoli verstaat die typisch Italiaanse vertelkunst: poëtische bewoordingen zonder dat ze hoogdravend worden. Beschrijvingen die geen verhaalbreuk opleveren maar veeleer het verhaal zélf lijken te zijn. En het vertellen van een geschiedenis die weliswaar buitengewoon persoonlijk is maar een eeuwigheidswaarde bevat die de hele Italiaanse geschiedenis lijkt te omvatten, net als de filmkroniek La meglio gioventù dat doet, om maar een van de andere Italiaanse parels te noemen.
Een hoop mooie gekleurde dozen
Wolk kent geen hoofdstukken en gebruikt zelden aanhalingstekens als iemand spreekt. Het verhaal krijgt door de vorm van één lange droevige, grappige, bitterzoete herinnering – precies zoals het in Maria’s geheugen opgesloten zit. De herinnering aan haar geliefde Augusto – goochelaar Wolk – en hun latere zoon Pietro. Die zoon lijdt op een Wertheriaanse manier aan het leven; onrecht, oorlog, maar ook de burgerlijke bloemen op het balkon doen hem lijden.
Augusto gebruikt zijn goochelkunsten om de wereld begrijpelijk en een beetje mooier te maken – voor zijn gezin maar even goed voor zichzelf. Als hij een reeks pakjes in pakjes openmaakt:
Augusto maakte langzaam de laatste knoop los, (…) en er zat niets in, in het laatste pakje zat niets. Zo is het, lachte Augusto, een heleboel papier, (…) een heleboel moeite om aan het einde te geraken en aan het einde is er niets, maar wat een hoop leven genereert dat niets, wat een hoop mooie gekleurde dozen!
Met raadselachtige metaforen waarmee zijn trucs vergezeld gaan, probeert Augusto tevens een brug te slaan tussen hem en zijn zoon – een brug die later juist een fatale wig blijkt als Pietro steeds meer opgeslokt wordt door extreem politiek engagement.
Een muis
Het is moeilijk te zeggen waar het hem precies in zit, die schoonheid en tragiek die Lodoli zo meesterlijk samen weet te brengen en die belichaamd wordt door Augusto. Zelfs in het lichtvoetige ligt de melancholie. Want niet alleen Pietro lijdt aan het leven – Augusto heeft een betoverende vrolijkheid, maar van tijd tot tijd moet hij van huis om alles weer te kunnen relativeren en zijn zoon te kunnen sussen:
‘Ik heb eens een muis gezien, hier achter het huis, die al voor de helft in de bek van een slang zat en die me vanuit die afgrond aankeek met oogjes die glinsterden van angst, als twee heel ver weg staande sterren. Het is waar, lieve Pietro, je hebt gelijk, er bestaan mensen die leven en creperen en niet weten waarom, zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.’ Augusto balde zijn vuist, opende hem weer en er zat een bloem in van rood en blauw papier.
Pietro balt zijn vuist om in een politieke vechtpartij te geraken. Hij balt zijn vuist en er zit een bloem in. Schitterend. Na het lezen van deze kleine Italiaanse kroniek is niet alleen Gabriele blij dat Maria haar verhaal gedeeld heeft; een prachtboek.