Bij een nieuwsbericht van mijn collega Melanie Zierse over euthanasie bij dementie, schreef ik dit korte interview.
Mantelzorger Onno Elema (52) weet niet of zijn 89-jarige moeder, die dementie heeft, euthanasie zou willen. Nu is ze wilsonbekwaam en is het te laat om het haar te vragen.
“Mijn moeder is dement. ‘Van mij hoeft het allemaal niet meer’, zegt ze soms. Ik weet niet wat dat betekent. Heeft ze gewoon een slechte dag? Of is ze levensmoe? We hebben nooit gesproken over de mogelijkheid van levensbeëindiging als ze erg dement zou worden, en nu kan dat niet meer.
“Ik zorg al zeker tien jaar voor mijn moeder. Sinds april dit jaar zit ze in een verpleeghuis. We kwamen er laat achter dat ze dement werd. Ze was goed in het verbloemen van de symptomen en ik denk dat ze ook een beetje te trots was om toe te geven aan de dementie. Doordat de diagnose laat werd gesteld, was er ook weinig tijd om sommige dingen te bespreken.
“De huisarts, geriater, de casemanager die mijn moeder toegewezen heeft gekregen: geen van hen heeft ooit met ons gesproken over euthanasie. Of over zoiets als een levenstestament, waarvan ik pas sinds kort weet dat het bestaat. Mantelzorger zijn is zwaar, en ik zou willen dat artsen en bewindvoerders meer zouden meedenken. Je wilt als familielid zo lang mogelijk ondersteunen. Als bijvoorbeeld de huisarts euthanasie tijdig bespreekbaar zou maken, kun je als mantelzorger beter voor je naaste zorgen. Ik weet niet of mijn moeder überhaupt euthanasie had gewild, maar nu is het te laat. Als ze een levenstestament had opgesteld, had ze misschien euthanasie gewild als ze erg dement zou zijn geworden. Dat had ik heel erg gevonden, maar dan wist ik in elk geval dat dat haar wens was.
“Ze heeft het nu goed in het verpleeghuis, ze krijgt aandacht, zorg en ze maakt een goede indruk, maar ik weet niet wat ze gewild zou hebben als het straks minder gaat.”