Dit artikel verscheen op 21 oktober online en in print in dagblad Trouw.
Als je tussentijds genoeg tijd neemt om alcohol te laten afbreken, kun je dan de hele avond drinken en toch veilig naar huis rijden?
Een lezeres is met haar vriend op een feestje. Omdat het volgens hem een uur duurt voor een glas alcoholische drank is afgebroken, beweert hij ieder uur een glas wijn te kunnen drinken om hen daarna nog veilig naar huis te rijden. Als je van 18:00 tot 00:00 uur ieder uur een glas wijn drinkt, schrijft de lezeres, dan zou ik denken dat je daarna niet meer achter het stuur kunt zitten.
Voor de zekerheid is ze daarom vaak de Bob. Toch lijkt haar vriend geen last te hebben van de drank. Kan het zijn dat het promillage alcohol bij hem langzamer opbouwt dan bij haar? Of kun je er ogenschijnlijk nuchter uitzien en toch een te hoog promillage in je bloed hebben?
Bij het Trimbosinstituut krijgen ze de vraag wel vaker. “De een wordt inderdaad eerder aangeschoten dan de ander”, zegt Iris van Wylick. “Zo zijn vrouwen bijvoorbeeld gevoeliger voor alcohol dan mannen. En het klopt ook dat de afbraak van alcohol bij de een sneller gaat dan bij de ander. Maar een paar andere dingen kloppen niet.”
Het afbreken door de lever van een glas alcohol duurt 1 à 1,5 uur. Met dat ene uur zit de vriend dus aan de krappe kant, zegt Van Wylick. Als hij vanaf 18:00 uur een standaardglas per uur drinkt (zes glazen), is het promillage alcohol in zijn bloed tegen 00:00 uur waarschijnlijk rond 0,5. Als het promillage onder 0,5 zit, kan hij in principe ongestraft en veilig in de auto stappen, maar pas om 3:00 uur zal hij helemaal nuchter zijn.
Het standaardglas dat Van Wylick noemt, bevat 10 gram alcohol. Hoeveel milliliter dat is, is per drank verschillend omdat de ene drank sterker is dan de andere. Een standaardglas wijn is bijvoorbeeld 100 ml, een glas jenever is 35 ml, maar allebei bevatten ze 10 gram alcohol. Als je precies standaardglazen zou drinken, zou het promillage in je bloed na vijf wijn even hoog zijn als na vijf jenever.
“Met twee standaardglazen binnen een uur opgedronken, heb je ongeveer 0,5 promille alcohol in je bloed. Ook al lijkt er niks aan de hand, en denk je ‘ik kan prima rijden’, vanaf 0,5 promille rijd je onder invloed, en ben je strafbaar”, zegt Van Wylick. “Het is wetenschappelijk bewezen dat iedereen met 0,5 promille trager wordt, minder ziet en zich slechter concentreert – ook al merkt hij zelf niks.”
Als je lichaam de alcohol heeft afgebroken, is er natuurlijk nog de mogelijke kater. “In wijn zitten stofjes waar je gauw hoofdpijn van krijgt, sterke drank kan je maagslijmvlies irriteren en je misselijk maken, en in veel dranken zit naast ‘gewone’ alcohol (ethylalcohol) ook zogenaamde foezelalcohol, waar je je beroerd en suf van kunt voelen.” Niet de beste omstandigheden om te rijden, merkt Van Wylick op, ook al ben je dus niet meer onder invloed en strafbaar.
Je vergist je al gauw in het berekenen of je nog mag rijden na een feest- of kroegavond. “Uit een fles wijn gaan niet zoals veel mensen denken vijf, maar zeven en een half standaardglazen. Voor pils is een standaardglas 25 cl. Een vaasje of een flesje bier, 33 cl, is dan al 1,3 glazen. Zwaar speciaal bier is gauw twee standaardglazen.”
Je drinkt dus al snel meer dan je denkt, zegt Van Wylick, en dan nog biedt 1,5 uur per standaardglas geen 100 procent garantie. “Als haar vriend op zo’n feestje zes wijntjes drinkt, kan deze lezeres inderdaad maar beter de Bob zijn.”