Deze recensie verscheen eerder in online cultuurmagazine 8WEEKLY.
Abdelkader Benali’s nieuwe roman Montaigne, een indiaan en de neus van Max Kader gaat over een jonge, niet zo succesvolle schrijver. Jammer genoeg is het boek zelf ook een zeer matige poging tot een absurdistische vertelling.
Max Kader is vastbesloten het te maken als schrijver van een boek over de Franse filosoof Michel Montaigne. Na twee lauw ontvangen boeken en talloze aanvaringen met zijn familie besluit hij dat hij weg moet. Niet thuis schrijven, te midden van zijn familieleden, maar in een schrijvershuis. Hij gaat op zoek en wordt uitgenodigd op een congres in Montreal, Canada. Samen met zijn kersverse vriendin Claudia zal hij ernaartoe vliegen. Wat zij in Max ziet is niet helemaal duidelijk. Eigenlijk wordt er maar zeer weinig duidelijk: hoe oud is Max en waarom woont hij nog thuis? Heeft hij een autistische stoornis? Wat is de gedachte achter dit boek? Doordat het kader waarbinnen het verhaal zich afspeelt niet duidelijk is geschapen, mist het boek de noodzakelijke geloofwaardigheid.
More is less
Dit gebrek aan geloofwaardigheid wordt nog veel meer in de hand gespeeld doordat Benali in Max Kader te veel tegelijk wil. Hij wil over Montaigne schrijven, een inkijkje geven in de schrijverswereld, een beetje autobiografisch zijn en feit, fictie en absurdisme vermengen. Op de achterflap wordt zijn wens duidelijk: Max Kader is “een boek als een paddotrip: een film van de Coen Brothers en een verhaal van Murakami ineen.” Alleen is hij daar iets te hard naar op zoek, waardoor zijn poging rommelig en gekunsteld overkomt. De indiaan wordt er aan de haren bijgesleept, het verhaal rond zijn neus werkt niet en over Montaigne, toch een filosofisch zwaargewicht, wordt wel erg luchtig gedaan.
Zingende vuilnisbak
De metaforen zijn even talrijk als onbegrijpelijk en er zitten verhaaltjes in zoals over de zingende vuilnisbak waarmee hij de plank volkomen misslaat. Als het al leest als een paddotrip dan toch een bad trip. Tegen het einde komt het allemaal iets beter uit de verf en staan er wel wat leuke dingen in – maar ja, dan zit er al driekwart boek op.
Benali is geen onverdienstelijk schrijver, heeft een behoorlijk oeuvre en enkele prijzen, maar Max Kader doet alleszins aan als een te snel geschreven boek. Montaigne zelf schreef ook snel en las weinig van zijn essays terug. Het verschil is alleen dat we Montaigne enkele eeuwen na dato nog steeds lezen.