Dit artikel verscheen op 26 oktober online en in print in dagblad Trouw.
Op school gaat seksuele voorlichting vooral over veilig vrijen. De #MeToo-discussie laat zien dat er veel meer nodig is. Hoe praat je met kinderen over grenzen stellen en seksuele intimidatie?
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is een van de lastigste onderwerpen om in de klas te bespreken, vindt Chantal Oosterhuis, leerkracht in groep zeven en acht van basisschool ’t Kwekkeveld in Schijndel. “Praten over grenzen is altijd lastig, omdat een grens voor iedereen anders is”, zegt ze. “In jonge groepen gaat grensoverschrijding om kleine dingen. Hoe kinderen ‘nee’ kunnen zeggen als ze een kus moeten geven aan een oom of tante en dat niet willen. Hoe basaal ook, ze leren: mensen moeten je grens accepteren.”
Scholen moeten aandacht besteden aan seksualiteit en volgens de letter van de wet doen ze dat, concludeerde de Onderwijsinspectie vorig jaar. Maar daar was alles mee gezegd. De aandacht is vaak ‘beperkt en incidenteel’, aldus de inspectie, en ‘weinig doelgericht’. Bovendien ligt de nadruk vaak op het technische aspect van seks en is er weinig aandacht voor thema’s als weerbaarheid en respectvolle omgang met seksualiteit. En de #MeToo-discussie laat zien dat dat hoognodig is.
Jongste groepen
Ook al op de basisschool? Ja, zegt Elsbeth Reitzema van Rutgers, kenniscentrum op het gebied van seksualiteit. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die op jonge leeftijd leren praten over seksualiteit en de woorden leren waarmee ze kunnen aangeven wat zij wel en niet prettig vinden, eenmaal seksueel actief beter in staat zijn hun eigen grenzen en die van anderen te respecteren. Dus zou er volgens Reitzema ook al in de jongste groepen op school aandacht moeten zijn voor seksualiteit en relaties.
De basisschool van Oosterhuis doet dat. Zij geeft de kinderen mee dat seksualiteit bij het leven hoort en dat vragen stellen mag “Om te zorgen dat kinderen anoniem vragen kunnen stellen, hebben we een ‘bloosdoos’, waar ze briefjes in kunnen doen”, vertelt ze.
Met oudere kinderen bespreekt ze de omgang onderling. “Het valt me op dat het steeds normaler wordt gevonden even aan elkaars billen te zitten, of dat jongens even een bh-bandje van een meisje laten schieten. Ik spreek ze erop aan en bespreek het daarna klassikaal.”
‘Gewoon een grapje’
De jongens vinden het vaak lastig te bevatten dat hun gedrag vervelend kan zijn. “‘Het is gewoon een grapje’, zeggen ze dan. Ik vertel niet dat het niet mag, maar probeer uit te leggen wat hun gedrag voor een ander kan betekenen. Ik hoop dat ze dat onthouden voor later.”
In het voortgezet onderwijs is spreken over seksualiteit niet minder lastig. Op Piter Jelles Impulse, een school voor vmbo-t, havo en vwo in Kollum, is het kringgesprek een belangrijk onderdeel van de seksuele voorlichting. “Hier mag alles gevraagd en gezegd worden”, vertelt leerkracht Wiemer Esenbrink, die seksuele voorlichting geeft in de tweede klassen van de school. “Er zijn maar drie afspraken: we reageren respectvol op elkaar, iemand mag zichzelf tot onderwerp maken, maar een ander niet, en mijn seksleven als docent blijft erbuiten.”
Goed met elkaar omgaan is een belangrijk gespreksonderwerp op de school. Esenbrink: “Grensoverschrijdend gedrag voorkom je door leerlingen in elk vak te leren over goede omgang met elkaar, niet alleen bij seksuele voorlichting. Als we daarin slagen, worden onze leerlingen weerbare jongens en meisjes die later een positieve rol spelen in de samenleving.”
Fouten maken mag, benadrukt Esenbrink. “Bij ons op school werken we met herstelrecht: als iemand iets fout heeft gedaan, krijgt hij geen straf maar geven we hem de mogelijkheid zijn fout te herstellen. In een volwassen gesprek krijgt hij inzicht in zijn handelen en het effect ervan op anderen.”