Op topsport zit een houdbaarheidsdatum. Veel Nederlandse topsporters hebben na hun sportcarrière daarom nog een loopbaan in het bedrijfsleven. Welke lessen hebben deze oud-topsporters geleerd in hun dubbele carrière? In aflevering 3: Gerritjan Eggenkamp.
Gerritjan Eggenkamp vertegenwoordigde Nederland driemaal als roeier op de Olympische Spelen en won zilver met de Holland Acht. Hij was de eerste Nederlander die de befaamde Boat Race tussen Oxford en Cambridge won. Tegenwoordig is hij partner bij private equity investeerder Avedon Capital.
Hoe kijk je terug op je sportcarrière?
‘Het heeft me voor een groot deel gevormd tot wie ik ben. Als elfjarig jongetje begon ik met roeien. Eerst ging ik met mijn moeder mee die roeide, later begon ik zelf bij Het Spaarne in Haarlem. Anders dan bij voetballen, wat ik in het begin ook deed, trainden we met alle leeftijden bij elkaar. Mijn voorbeeldfiguren, de oudere jongens, trainden op hetzelfde tijdstip als ik. Daardoor zag ik voor me wat ik kon worden, waar ik naar kon streven.
Vroeger vond ik het wel jammer dat er weinig geld in onze sport omgaat, waardoor ik toen al bezig moest zijn met wat ik na mijn roeicarrière zou doen, maar daar ben ik nu blij om. Er zijn minder belangen, de sport blijft puurder. Het is een prachtige sport, buiten, op het water en de teamdynamiek is uniek.
En ik moest dus verder kijken. Ik wist niet precies wat ik wilde, maar ik ben goed in de exacte vakken, dacht ik, dus ik ga naar Delft. Ik heb altijd gezegd: ik doe langer over mijn studie maar wat ik doe ga ik goed doen. Zo heb ik roeien weten te combineren met Technische Informatica. Ik heb nooit iets over hoeven doen, maar belangrijker nog, nooit hoeven inleveren op het roeien. Ik deed wat ik kon náást het roeien.’